Let op! Onderstaande geldt voor woningen en woongebouwen.
Klik hier voor de eisen voor BENG Utiliteit
De energieprestatie van een gebouw wordt uitgedrukt met drie indicatoren: de energiebehoefte voor verwarmen en koelen (BENG 1), het primair fossiel energiegebruik (BENG 2) en het aandeel hernieuwbare energie (BENG 3).
BENG 1
De jaarlijkse energiebehoefte
BENG 1 is de indicator van de energiebehoefte voor verwarmen en koelen. Het gaat om de hoeveelheid energie die nodig is om verlies van warmte of koude ten gevolge van transmissie en luchtverversing te compenseren zodat de temperatuur in huis stabiel is.
De geometrie van het gebouw (de verhouding verliesoppervlak/gebruiksoppervlak) bepaald mede de grenswaarde voor BENG 1. Omdat lichte bouwconstructies een grotere energiebehoefte voor verwarming en koeling hebben, is de grenswaarde voor BENG 1 bij deze lichte bouwconstructies (lichter dan 500 kg/m2) dan ook 5 kWh/m2.jr hoger.
Belangrijke aandachtspunten bij BENG 1 zijn:
- het stedenbouwkundig ontwerp
- de oriëntatie van de woning
- schilisolatie
- luchtdichtheid
- zomernachtventilatie en
- zonwering
- keuze bouwsysteem
Een hoge isolatiewaarde van de thermische schil is essentieel voor het halen van de BENG 1 eis. Per 1 januari 2021 zijn volgens het Bbl Rc-waarden van 3,7 (vloer), 4,7 (gevel) en 6,3 (dak) minimaal vereist. Een hogere isolatiewaarde brengt de energiebehoefte verder omlaag. Daarnaast hebben luchtdicht bouwen (infiltratie; Qv,10-waarde) en het beperken van lineaire warmteverliezen (koudebruggen; Ψ-waarden) veel invloed.
Echter is deze isolatie en kierdichting voor de TOjuli minder gunstig omdat de warmte in de zomer dan ook weer moeilijker uit het gebouw kan komen. Houd beide dus goed in de gaten!
Het is voor de vergunningaanvraag vanaf 1 januari 2021 verplicht lineaire warmteverliezen gedetailleerd te berekenen.
BENG 2
Het jaarlijks primair fossiele energiegebruik
BENG 2 geeft aan hoeveel primair fossiele energie wordt gebruikt voor gebouwgebonden functies: verwarming, koeling, warm water en hulpenergie. In de berekening voor woningen en woongebouwen blijven verlichting en huishoudelijke apparaten buiten beschouwing.
Een deel van de energie die een woning krijgt uit energienetten, bestaat uit fossiele energie. Per levering wordt teruggerekend om hoeveel fossiele energie het gaat. (Als er PV-panelen of andere hernieuwbare energiebronnen aanwezig zijn wordt de opgewekte energie van het primair energiegebruik afgetrokken). Het resultaat is het totaal primair fossiele energiegebruik van de woning. Dat mag niet meer zijn dan 30 kWh/m2 per jaar bij grondgebonden woningen en 50 kWh/m2 per jaar bij woongebouwen.
Bij externe warmtelevering wordt per warmtenet bepaald welk deel van de geleverde warmte meetelt als primair fossiel energiegebruik.
Belangrijke aandachtspunten bij BENG 2 zijn:
- efficiënte installaties
- warmteafgifte op lage temperatuur
- ventilatie met vraagsturing en warmteterugwinning
- korte leidingen voor warm water
- gebruik van een douche-wtw en
- toepassing van hernieuwbare energie
BENG 3
Het aandeel hernieuwbare energie
BENG 3 is de indicator voor het aandeel hernieuwbare energie ten opzichte van het totale primaire energiegebruik (hernieuwbare energie + primair fossiele energie) voor gebouwgebonden functies.
De berekening van BENG beperkt zich tot de energie die nodig is voor gebouwgebonden functies. BENG 3 wordt berekend door de hoeveelheid hernieuwbare energie te delen door de totale hoeveelheid primaire energie die een woning hiervoor gebruikt.
De grenswaarde voor BENG 3 is voor woongebouwen lager dan voor grondgebonden woningen, omdat bij gestapelde bouw minder dakvlak is voor PV-panelen.
Een woning met een BENG 3 van 100% wint op jaarbasis evenveel hernieuwbare energie als nodig is voor gebouwgebonden functies. Zo’n woning wordt gebouwgebonden energieneutraal genoemd.
In een nul-op-de-meterwoning moet ook de energie voor huishoudelijke apparaten en verlichting gegarandeerd worden gecompenseerd. In de praktijk kan dat met een BENG 3 van ongeveer 140% of hoger.
Belangrijke aandachtspunten bij BENG 3 zijn:
- het gebruik van zonne-energie
- omgevingswarmte (via een warmtepomp) en
- externe warmte met een groot aandeel hernieuwbare energie
Let op dat het in de BENG-berekening niet mogelijk is om een hoge energiebehoefte voor verwarmen of koelen te compenseren met extra PV-panelen zoals dat in het verleden wel kon in de EPC berekening.